Functionele Geneeskunde bij Paarden
Een kwestie van ‘omdenken’
Om een topprestatie neer te kunnen zetten, moet een paard in optimale conditie zijn. Hiervoor is het nodig om belangrijke mechanismen in het paardenlichaam te begrijpen. Door te zoeken naar onderliggende oorzaken in plaats van het alleen bestrijden van symptomen, kun je de functie bevorderen en een verdergaande ontwikkeling van blessures en ziekten voorkomen. Dit heet functionele geneeskunde.
‘Sharing is caring’, is het motto van Jack en Christine Jasperse. Zij willen dan ook graag hun jarenlange opgedane kennis delen. In dit artikel ligt de nadruk op het samenspel tussen zenuwstelsel, houding en beweging.
Al dertig jaar runt Jack Jasperse als directeur/eigenaar en senior chiropractor een kliniek voor functionele geneeskunde voor mensen in Vlissingen. Dit is een samenwerkingsverband waarbij zowel de reguliere als complementaire geneeskunde een plek hebben.
Als kind reed Jack Engels onder het zadel, later werd dit Western. Als eigenaar van zes Amerikaanse Quarter Horses was de stap naar het chiropractisch behandelen van paarden snel gemaakt. Na zijn vijfjarige universitaire studie aan het AECC in het Engelse Bournemouth in 1988, volgde hij in 2008 nog een tweejarige specialisatie in chiropractie voor paarden. Om twee van zijn oudere merries toch in beweging te houden, haalde hij zijn menbewijs. Later gevolgd door cursussen mennen, zowel twee- als vierspan.
Wat is chiropractie?
Chiropractie is een natuurlijke behandelmethode die stoornissen in het zenuwstelsel detecteert en corrigeert. Het zenuwstelsel verzorgt de communicatie in ons lichaam, waaronder het signaal van de hersenen naar de spieren. Door onze spieren bewegen botten en gewrichten, Deze beweging stimuleert weer de receptoren in banden, pezen, spieren, maar vooral in de gewrichten. En deze geven een signaal terug aan de hersenen. De hersenen weten dan hoe of wat je beweegt. Het is dus een feedback-systeem. Storingen in dit ‘computernetwerk’ kunnen door allerlei factoren worden veroorzaakt en leiden tot een verminderde belastbaarheid, waardoor uiteenlopende klachten en zelfs ziektes van weefsel en organen kunnen ontstaan. Dit noemt een chiropractor een ‘functionele laesie’.
Bij bewegingsklachten bij paarden kun je denken aan bijvoorbeeld:
- Onregelmatigheid, kreupelheid
- Problemen bij het recht richten
- Over de schouder vallen
- Op het bit leunen
- Korte pasjes voor en/of achter
- Beperking in de beweeglijkheid van het bekken (ook belangrijk bij de voortplanting)
- Rug-, heup-, knieproblemen, e.d.
- Verzet, etc.
Deze klachten zijn vaak het topje van de ijsberg en het resultaat van een reeds langer aanwezige disfunctie. Het lichaam is een geïntegreerd systeem, niets opereert in isolatie. (Pijn)klachten kun je vergelijken met het afgaan van een brandalarm. In plaats van enkel het brandalarm uit te zetten, kun je beter op zoek gaan naar de brandhaard. Regulier wordt de oorzaak vaak lokaal gezocht, maar de chiropractor kijkt holistisch.
Door naar het lichaam als een functionerend geheel te kijken, komt hij vaak tot een andere conclusie. Dit is ‘omdenken’. Door een andere aanpak kunnen klachten sneller herstellen en in de toekomst zelfs worden voorkomen.
Een voorbeeld:
Een paard loopt onregelmatig en op de voorhand. Het blijkt een peesontsteking in de schouder te hebben. De conventionele manier van behandelen bestaat vaak uit het bestrijden van de ontsteking met medicijnen of injecties en rust. De chiropractor pakt liever de oorzaak aan en zorgt dat de schouder, inclusief de hele bewegingsketen, mechanisch en neurologisch weer normaal functioneert. Hierdoor herstelt de belastbaarheid en krijgt het zelfherstellend vermogen weer de kans om de ontsteking op te lossen. In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, zal de chiropractor adviseren om na een behandeling juist onbelast te blijven bewegen, zodat informatie rond kan gaan in het lichaam. Het zenuwstelsel is namelijk plastisch, wat inhoudt dat het verandert door stimulatie. Net als een spier die groeit door activatie, zo worden ook meer zenuwconnecties aangelegd bij meer gebruik. En hoe meer zenuwverbindingen, hoe stabieler de functie.
Een ander veel voorkomend probleem bij paarden, en menpaarden in het bijzonder, is een gebrek aan laterale flexibiliteit(= linksrechts beweging} in de nek van één of meerdere wervels. Dit kan al ontstaan door het hangen van een paard aan het halster bij een schrikreactie. Maar vaker nog heeft het te maken met de wijze van trainen. Onze ervaring leert dat dit zelden opgemerkt wordt door de menner. Echter, door de gekoppelde beweging van de nekwervels verliest het paard vervolgens ook zijn verticale (boven-beneden) flexibiliteit van de nek. Deze verticale nekbeweging maakt onderdeel uit van een soepele verzameling (opbollen van de rug), waardoor het paard zijn achterhand uiteindelijk ook niet meer kan onderbrengen. Om het plaatje optisch toch mooi te krijgen, zal de menner geneigd zijn om vanuit het bit een ‘krul’ te forceren. Met alle gevolgen van dien. Beter is om te handelen vanuit het uitgangsprincipe dat ‘houding’ het gevolg is van ‘functie’. Waarbij dus eerst de functie wordt hersteld en vervolgens op de juiste manier en met de juiste technieken wordt getraind. Want indien je een functionele fout laat zitten, zal je altijd een compensatie trainen en blijven blessures terugkeren.
Ditzelfde geldt natuurlijk ook voor het links of rechts gebogen paard. Vaak wordt de oplossing gezocht in de afstelling van bit en leidsels. Maar als je door training en/of het veranderen van de positie van je paard in een span geen verbetering krijgt in de lengtebuiging, kan een functionele behandeling raadzaam zijn.
Interactie menner en paard
Het functioneren en, hiermee samenhangend, de prestaties van een paard hangen echter ook af van de lichamelijke gesteldheid van de menner. Een links of rechts gebogen menner, trekt onevenredig aan de leidsels en zal voor het paard een verwarrend commando geven. Een paard kan zo op den duur scheef getraind worden. Bedenk dat ook steunzolen of een gedraaide as in de cilinder van een bril of een prisma tekenen aan de wand zijn dat je zelf niet in balans bent. En dat het probleem dus niet bij je paard, maar bij jouzelf ligt. Een mooi voorbeeld was een menner die steeds aan de linkerzijde de pionnen omver reed, totdat hij behandeld werd en zijn bril kon worden aangepast. De pionnen bleven staan en het paard ging met sprongen vooruit.
Slijtage
Enkele feiten op een rij. Uit wetenschappelijk onderzoek bij mensen zonder klachten, is gebleken dat in 80% van de 3110 gevallen, 50-jarigen een slijtage hadden van de onderrug. Bij 1211 20-jarigen had 75% een uitpuilende tussenwervelschijf in de nek. En bij 43 van de 44 mensen in een leeftijd van 20-68 jaar werden afwijkingen aan de meniscus in de knie gevonden (Brinjikji, et al Am. J. Neuroradiol. 2014 nov.). Nogmaals: dit waren allemaal mensen ZONDER klachten. Bij mensen blijkt dus dat beeldvormend onderzoek (MRI, röntgen, e.d.) pas relevant wordt, wanneer het de diagnose na een gedegen klinisch onderzoek bevestigt.
Voor paarden is dit zover wij weten niet onderzocht, maar onze ervaring leert ons dat hetzelfde voor paarden geldt. Wat wil dit nu zeggen? Vaak vertelt een menner ons dat zijn of haar paard artrose, dus slijtage, zou hebben, met een foto als onderbouwing. Na functioneel onderzoek blijkt echter meer dan eens dat de vermeende slijtage geen oorzakelijk verband houdt met de symptomen. Hierdoor worden vaak onbedoeld de verkeerde conclusies getrokken en een onjuist behandelplan ingesteld of zelfs een paard ten onrechte afgeschreven. Meer dan eens hebben wij ervaren dat door de functie te herstellen en de belastbaarheid terug te brengen, mens en dier nog prima verder kunnen.
Hulpmiddelen
Om het paard te helpen in de juiste houding te lopen, worden vaak hulpmiddelen zoals een martingaal of slofteugel ingezet. Deze dwingen het paard in de ‘juiste’ stand, waarbij voorbij wordt gegaan aan het principe dat de verzameling vanuit een ontspanning van de rug moet komen, die begint bij de laterale flexibiliteit van de nek zoals hiervoor beschreven. Dan pas kan het paard contact zoeken met de menner via het bit en goed geïntegreerd op eigen benen lopen, een ‘happy horse’, zoals ook beschreven in de FEi-normen.
Hetzelfde principe geldt voor ongelijk afslijtende hoeven. Dit betekent dat zich ergens spanning opbouwt in het lichaam en dat de benen en de hoeven als de laatste schakel in een keten gaan fungeren. Op het moment dat hier nu compenserende ijzers onder worden gezet, zal de spanning leiden tot een blessure elders in het lichaam. Ook hier geldt: houding is het gevolg van functie. Er zal dus samen met de hoefsmid of bekapper een behandelplan moeten worden opgesteld, waarbij de chiropractor de functie herstelt en parallel hieraan, de hoefsmid/bekapper de hoeven stapsgewijs terugbrengt naar normaal. &
Meer weten over Jack Jasperse of Functionele Geneeskunde?
Kijk dan eens op de website www.jaspersepraktijkencentrum.nl
TIPS
Sluit bij een blessure botbreuken of pathologie van organen eerst uit. Alle andere klachten zijn bijna altijd functioneel en komen voort uit een structuurprobleem zoals in dit artikel besproken, of een fysiologisch/emotioneel probleem
Laat je paard functioneel behandelen en laat het zoveel mogelijk onbelast bewegen, ofwel: lekker paard laten wezen. Begin na de behandeling eerst met het trainen van rechte lijnen voor het terugbrengen van de simpele grove motoriek. Zodra er weer een regelmatige tred komt, ga je verder met het trainen van de laterale flexibiliteit van de nek. Dit is het gemakkelijkst onder het zadel, maar met het mennen kun je denken aan grote gebroken lijnen. Daarna kun je het cirkelwerk weer oppakken.
Overweeg het ‘bare-foot’ dus zonder ijzers rijden. Dit kan zeker interessant zijn na een blessure of om inzicht te krijgen in verborgen spanning. Door het terugbrengen van de beweging in de hoef (hoefmechanisme) stimuleer je het afvoeren van afvalstoffen in de benen. Vooral wanneer het paard stil heeft gestaan en het pompmechanisme van de lymfe beperkt is geweest, verzamelen hier vanwege de zwaartekracht toxische stoffen. Deze stoffen kunnen er alleen maar uit via een ontstekingsproces, wat dus veelal een onderbelichte oorzaak is van hoef- en kroonrandzweren.
Verander geregeld de positie van je paarden in je span. Hiermee ontwikkel je de spieren gelijkmatig aan de linker- en rechterzijde en verbeter je de coördinatie.
Let ook op de afstelling van je materiaal en zeker het hoofdstel, dit oefent druk uit op de schedel en met name hoog in de nek, hetgeen belangrijk is voor prikkelverwerking en de coördinatie. Ook een luchtzuigband beperkt de bewegingsvrijheid van de gewrichten hoog in de nek. Dit verstoort de sensomotorische integratie en hiermee het functioneren van het hele paard. En is dus om die reden ernstig af te raden.
En natuurlijk: zorg voor een goede warmup en cool-down bij de training en laat het paard het liefst uitzweten onder een wollen zweetdeken met hals (haal deze er ook weer af nadat het paard is uitgezweet en het vocht is opgenomen door de deken).